Naast een verminderde vruchtbaarheid door eerdergenoemde komt het ook voor dat de vruchtbaarheid bij vrouwen wordt beïnvloed wordt door leefstijlfactoren. Leefstijlfactoren worden in de literatuur gecorreleerd aan de algehele gezondheid en het welzijn, waaronder vruchtbaarheid. De leefstijlfactoren welke, volgens een scala aan wetenschappelijke studies, van negatieve invloed kunnen zijn op de vruchtbaarheid zijn onder andere: voeding, lichaamsbeweging, roken, drugsgebruik, alcohol- en cafeïnegebruik. Een factor welke een positief effect kan hebben op de vruchtbaarheid is het gebruik maken van preventieve zorg. Preventieve zorg bestaat in drie vormen, de primaire, secundaire en tertiaire preventieve zorg. Bij primaire preventieve zorg gaat het om daadwerkelijke preventie, bij secundaire preventieve zorg hoort het vroegtijdig opsporen van een ziekte of aandoening en tertiaire preventieve zorg houdt in dat een mogelijke herhaling of van de ziekte of aandoening voorkomen probeert te worden. De secundaire preventieve zorg sluit aan bij de consumententesten die steeds vaker en in meer variaties op de markt worden aangeboden, zoals voedselallergie testen en het testen van de hormonen/vitaminen in een situatie met beginnende symptomen of zonder symptomen (bron 8). De leefstijlfactoren waar de vrouwelijke vruchtbaarheid mee in verband worden gebracht staan in verschillende studies uitgebreid beschreven. Enkele studies worden in deze blog uitgelicht. Allereerst enkele studies met betrekking tot voeding. De studies van Charvarro et al. zijn vooraanstaand in deze categorie. Deze studies hebben onder andere de volgende bevindingen gepubliceerd:

• Bij een dieet waarin koolhydraten werden verminderd en dierlijke eiwitten frequenter werden gegeten, werd aangetoond dat dit de ovulatoire vruchtbaarheid verslechterde (OR 1.18)(bron 4).
• Bij een dieet waarin koolhydraten werden verminderd en juist plantaardige eiwitten frequenter werden gegeten, werd het tegenovergestelde aangetoond: dat dit de ovulatoire vruchtbaarheid verbeterde (OR 0.5) (bron 4).
• Een dieet waarin enkelvoudig onverzadigde vetten werden vervangen door transvetten bleek het risico op onvruchtbaarheid drastisch te verhogen (RR 2.31)(bron 5).
• Een dieet waarin koolhydraten werden verminderd en transvetten frequenter werden gegeten resulteerde in een verhoogd risico op ovulatoire stoornissen (RR 1.73)(bron 6).

Dit houdt in dat een vruchtbaarheids-stimulerend dieet er als volgt uitziet: hogere verhouding enkelvoudig onverzadigde vetten tegenover transvetten, plantaardige eiwitten in plaats van dierlijke eiwitten, vetrijke in plaats van vetarme zuivel, een verminderde glycemische belasting én een verhoogde inname van ijzer en multivitaminen (bron 7).